De Bickers: de naam achter het adres
In de rijke geschiedenis van Amsterdam heeft de familie Bicker in de zestiende en zeventiende eeuw een prominente rol gespeeld. Amsterdam kreeg al rond het jaar 1300 stadsrechten, maar groeide in de Gouden Eeuw echt uit tot een groot en internationaal handelsparadijs. De Hollanders bezeilden vele wateren en in de stad hadden havens en scheepswerven dan ook een belangrijke plaats. De Bickers waren nauw betrokken bij de scheepvaart en raakten uiteindelijk ook verbonden aan de nieuwe thuislocatie van Brinkhof: het Bickerseiland. Het verhaal van de Bickers begint echter met een brouwerij.

Brouwerij De Sleutel
Van origine was bier een belangrijk product in Amsterdam. Het water uit de grachten was sterk vervuild en niet te drinken, dus werd er bier van gebrouwen. Dit is niet het bier zoals we dat vandaag de dag kennen, maar een slap aftreksel daarvan met een laag alcoholpercentage. Bier was voor de inwoners van de stad een eerste levensbehoefte en dus erg belangrijk. Dat maakte brouwerijen zelfs zo invloedrijk dat veel brouwers in het stadsbestuur belandden.
De Bickers waren in vele markten actief en hebben zo grote rijkdom vergaard, maar Pieter Gerritsz Bicker heeft in de zestiende eeuw toch vooral succes behaald met zijn brouwerij: Brouwerij De Sleutel.
“Bier was voor de inwoners van de stad een eerste levensbehoefte en dus erg belangrijk.”
Van brouwen naar zeevaart
De Sleutel werd aan zoon Pieter Pietersz Bicker overgedragen en kwam uiteindelijk in handen van diens oudste zoon Gerrit Pietersz Bicker. Zoon Gerrit trouwde met de dochter van Andries Boelens. Dit was het opstapje voor de familie Bicker naar meer politieke invloed. Andries Boelens was namelijk een uiterst rijke en machtige Amsterdammer die vijftien keer tot burgemeester is verkozen. Maar eerst maakten de Bickers de overstap van brouwen naar zeevaart. Het was Gerrit die besloot zich te gaan bemoeien met de overzeese handel. De destijds nog op te richten Compagnie van Verre zou een vloot schepen naar Azië sturen op zoek naar handel. Een risicovolle onderneming waar Gerrit uiteindelijk een significant deel van zijn vermogen in investeerde. Die gok betaalde zich dubbel en dwars uit: hij behaalde maar liefst 400 procent winst op zijn investering. Dit enorme succes leidde in 1602 tot de oprichting van de welbekende Vereenigde Oost-Indische Compagnie, de VOC, waar Gerrit aan deelnam. De brouwerij werd verkocht en de focus van de Bickers verschoof naar de zeevaart. De brouwerij zelf is inmiddels niet meer in de stad te vinden, maar de naam is op één van de karakteristieke bruggen over de grachten aangebracht.


Portret van Andries Bicker door Bartholomeus van der Helst, te bezichtigen in het Rijksmuseum
De Bickers-ligue
Een invloedrijke familie berust op meer dan financiële voorspoed. Ook politieke invloed – en met name het behouden van deze invloed – is van belang. Andries Gerritsz Bicker, zoon van Gerrit, heeft de naam Bicker in ieder geval vanuit politiek perspectief grootgemaakt. Andries deed het net als zijn voorouders goed in de handel, onder andere in de VOC, maar werd ook tot burgemeester van Amsterdam verkozen. Daarnaast kon hij steunen op een groot netwerk. Onder andere samen met zijn broers Cornelis en Jan Bicker verkreeg Andries veel macht in Amsterdam. Het drietal ging in de volksmond onder de bijnaam ‘De Bickers-ligue’ door het leven en zij maakten om beurten deel uit van de regering. Deze machtige positie stelde hen in staat ieder op hun eigen manier het succes van de familie voort te zetten.
“Overgewicht was destijds geen schande. Sommige mensen deden zelfs een zakje hooi onder hun kleding om de indruk van een dikke buik te creëren.”
Vreemde bladzijden
Er zijn echter ook vreemde bladzijden in de geschiedenis van de Bickers. Een voorbeeld daarvan is Gerard Andries Bicker, zoon van Andries. Dit was een bijzonder zwaarlijvige jongeman die ook wel bekend was onder de naam ‘dikke Bicker’. Overgewicht was destijds geen schande. Het toonde juist welvaart. Sommige mensen deden zelfs een zakje hooi onder hun kleding om de indruk van een dikke buik te creëren.
Maar zo bont als Gerard maakten ze het niet. Gerard is vooral interessant vanwege een zes jaar durend juridisch geschil in de familiesfeer. Gerard werd verliefd op Alida Conincks en hij had Alida al vrij snel op schrift beloofd met haar te zullen trouwen. Een dergelijke belofte was bindend, maar vader van Gerard was het niet met het voorgenomen huwelijk eens en spande een procedure aan tegen de verloofde van zijn zoon. Dit geschil is uiteindelijk zelfs naar de Hoge Raad gegaan, maar het heeft voor vader Andries niet mogen baten. Gerard zag het huwelijk inmiddels ook niet meer zo zitten en probeerde daar onderuit te komen, maar werd door Alida voor de rechter gesleept en ze trouwden uiteindelijk alsnog in mei 1656. Zijn vader was voor de voltrekking van het huwelijk overleden en heeft dit niet meer hoeven meemaken.

Portret van Gerard Andriesz Bicker door Bartholomeus van der Helst, te bezichtigen in het Rijksmuseum
Bickerseiland
Ook de twee broers van Andries verdienden goed aan de zeevaart. Cornelis werd senior bewindhebber van de West-Indische Compagnie, de WIC. Zijn broer Jan verdiende op zijn beurt goed aan de scheepvaart. De WIC bezat namelijk geen eigen werven en dat is een gat waar Jan in sprong. Dit brengt ons ook bij het Bickerseiland. Net als de scheepvaart groeide ook de scheepsbouw snel en daar was ruimte voor nodig in de steeds voller wordende stad. Daarom werden ter uitbreiding van de stad tussen 1611 en 1615 de Westelijke Eilanden gebouwd (de ‘Derde Vergroting van Amsterdam’). Jan kocht één van die eilanden (het Vooreiland) en dat werd sindsdien het Bickerseiland genoemd. Op dit eiland waren timmerwerven, pakhuizen en woningen voor werknemers gevestigd en op de imposante woning van Jan zat een toren vanwaar hij de schepen kon zien aanvaren.


Historische banden
Inmiddels zijn de scheepswerven van het Bickerseiland verdwenen. Ook het huis van Jan met de toren staat er niet meer. Het Bickerseiland is zelfs geen eiland meer, maar een schiereiland. Toch zijn de historische banden met de scheepvaart nog altijd goed te zien. De pakhuizen zijn er nog, net als de zeventiende-eeuwse woonhuizen en houten loopbruggen. Ook het gebouw De Walvis met prachtig uitzicht over het IJ doet denken aan Jan Bicker, die vele malen vanuit zijn toren van hetzelfde uitzicht moet hebben genoten.
Voor dit korte overzicht van de familie Bicker is veel inspiratie geput uit het boek “Wij zijn de Bickers!” van Simone van der Vlugt. In dat boek is de volledige familiegeschiedenis van de Bickers op zeer lezenswaardige wijze opgeschreven.